zaterdag 12 maart 2011

In het voorbijgaan - Charles Baudelaire, 1961

Rondom mij kreet de straat haar oorverdovend leven.
Een vrouw, lang, slank in rouwkleed, triest als een vorstin,
schreed mij voorbij: vol luister was de hand, waarin
festoen en rokzoom deinden in balans, geheven;

als beeldsnijwerk de benen, adellijk en vlot.
Ik dronk, als een uitzinnige die krampen kwellen,
uit ogen, bleek als lucht waarin orkanen zwellen,
naast tederheid die kluistert dodelijk genot.

Een weerlicht... dan de nacht! - O pracht die mij ontglijdt,
die met haar aanblik maakte dat ik werd herboren,
zal ik je nimmer weerzien eer de eeuwigheid?

Niet hier, ver weg van hier! Te laat! Nooit meer misschien!
Want jóuw weg ken ik niet en jij volgt niet míjn sporen,
jij, die ik minnen zou, jij, die het hebt gezien!

Geen opmerkingen: