woensdag 16 juni 2010

tiny purple veins.

You pick up a cigarette,
And light it;

The flickering lantern awakens,
Swirls around the cloak,
Rising from the margins, coloured blue,
And stands on your heart,
Evaporates through your eyes;
Creeping to a corner is an emerald ring stone,
The slippery past of a faraway destiny,
And you reach the curved line,
Entering a geography of latitudes and longitudes,
The composition quickens;
In the middle of the open field, again and again,
A church turns into ruins,
Recomposing in the breaking of light and the unique path of your voice,
And passes through latitudes and longitudes;
The heat lifts the cloak,
Settling on the crucifix of your ribcage,
On the chair, shivering,
With the fluttering fabric of dew
You drink tea,
You light up the rainbow lamp,
You drown,
And the pen turns round and round,
And you write your own death;
It moves up your fingers,
Pursuing the path to your mouth,
You collapse within your pulse,
You write this,
And you disintegrate between the seconds;
You go to the post office,
You ask for a letter of the perished,
Searching for an omen;
You take the by-way,
You look for an epiphany,
In a rainbow shawl,
And shake crimson-coloured medals,
You say hello, peace be upon you,
And then goodbye;
You are dispersed between the sound waves of a gramophone,
Your heart diffused and ferried by the sound waves of a gramophone,
You stay at home
And seek prophecy,
Searching for an omen in the hours;
The bronzed face heats up,
You wrap yourself around my body;

1 opmerking:

thomashh zei

en

HOE ONZE VROUW TE VERLEIDEN

Een belofte. Dat haar nooit uitgesproken wens
een nacht lang in vervulling gaat. Belofte
dat zij tijdens het vrijen de inwendige kleuren
zal bereiken. Belofte dat zij achteraf
de talen zal spreken, de sterren kan tellen,
de horizon kan verplaatsen, de tijd kan verbuigen.

Om te beginnen zul je haar moeten verbazen.
Je legt je hand precies op de plek
waar zij het contact wil; je kunt de getallen
die zij in haar level wil verbergen, raden;
je hebt de avonturen die zij vroeger beleefde
allemaal gelezen; haar fruit kun je
van een afstand aan de geur herkennen;
je bent in staat te balanceren, over het water
te lopen, in het lichaam van een ander te vloeien.

Je zult aan ons gelijk moeten zijn,
de vertrouwde gestalte van onszelf moeten aannemen.
Maar dan zonder de achteloos verborgen scheur
in de bekleding, zonder het mechaniek dat om ons hart
te beschermen bij ons is ingeplant, zonder
de zichtbare en slecht aansluitende naad
waardoor iedereen ziet dat het oor aangelijmd is,
voorzien is van een geluidenvervormer, of
te knarsig is en vol gele traan uit een poetsblik.
En met de moed van een berggeit,
met de geur van een zomerse weide.